Interessant bericht op Automotive Online. De Europese Unie wil zoals bekend extra importheffingen op Chinese elektrische auto’s gaan heffen. Dat zal hun prijzen verhogen en ze minder aantrekkelijk maken. Sommige Europese autofabrikanten verzetten zich ertegen, omdat ze vrezen voor Chinese contra-maatregelen die hun export en inkomsten onder druk zetten. Een denktank komt nu tot de slotsom dat Chinese fabrikanten van elektrische auto’s in de afgelopen vijftien jaar minstens 231 miljard dollar (ongeveer 216 miljard euro) aan overheidssubsidies hebben ontvangen. Dat is een stevig bedrag, dus misschien is die Europese actie zo slecht nog niet.
Dat bericht komt van de denktank Center for Strategic and International Studies (CSIS). Ze zeggen er ook bij dat ze conservatief gerekend hebben. Iets meer dan de helft van het steunbedrag bestond volgens hen uit vrijstellingen van omzetbelasting. De rest van de steun omvat subsidies voor de aanschaf van elektrische auto’s, overheidsfinanciering voor infrastructuur zoals laadstations, overheidsaankopen van elektrische voertuigen en ondersteuningsprogramma’s voor onderzoek en ontwikkeling.
De bevindingen komen kort na de aankondiging van de Europese Unie om de importheffingen op Chinese elektrische auto’s te verhogen. De EU stelt dat deze subsidies Europese concurrenten benadelen. Het Chinese ministerie van Handel waarschuwde al dat de maatregelen tot een handelsoorlog kunnen leiden. De extra importheffingen lopen op tot tot een tarief van maximaal 38,1 procent, bovenop de huidige 10 procent. Voor BYD gaat een extra heffing van 17,4 procent gelden. Voor Geely is dat 20 procent en voor SAIC (MG) 38,1 procent.
Volgens CSIS-onderzoeker Scott Kennedy is het totale Chinese steunbedrag aan de voorzichtige kant. Hij wijst erop dat lokale kortingsprogramma’s in steden als Shanghai en Shenzhen en voordelen zoals goedkope grond en elektriciteit niet zijn meegerekend. Ook zijn batterijfabrikanten en andere bedrijven in de toeleveringsketen buiten beschouwing gelaten.
Ondanks de aanzienlijke overheidssteun hebben Chinese fabrikanten hun productkwaliteit verbeterd, wat ze aantrekkelijker maakt voor binnenlandse en buitenlandse consumenten. Daarnaast is de Chinese steun per voertuig gedaald van 13.860 dollar in 2018 naar iets minder dan 4.600 dollar in 2023. Ter vergelijking: Amerikaanse consumenten kunnen tot 7.500 dollar subsidie krijgen voor de aanschaf van een elektrische auto.
Nio-oprichter William Li stelde eerder dat er geen sprake is van staatssteun. “Er zijn 200 merken actief. De zware competitie heeft ertoe geleid dat wij in staat zijn om in enorm tempo te ontwikkelen; een nieuw model op de markt brengen duurt 24 maanden. Daarnaast is er een super efficiënte basis van leveranciers die het mogelijk maakt dat ook start-ups de nieuwste technologie kunnen omarmen. Dat maakt dat snelheid en efficiëntie noodzakelijk zijn om te overleven en dat leidt tot een lagere kostprijs.” Duidelijk is dat zowel Chinezen als Europeanen vooral preken voor eigen parochie. De Chinezen produceren mede dankzij de steun heel goedkoop, maar Nio is toch nog altijd zwaar verlieslijdend. Dat geldt voor meer Chinese merken. En ook voor vrijwel alle andere autofabrikanten, die soms enorme bedragen op hun elektrische auto’s verliezen. Naar verluidt schijnt alleen Tesla er geld aan te verdienen. En uiteraard de klanten van ECAR, die jaarlijks duizenden euro’s kunnen besparen als ze elektrisch gaan rijden. Wij rekenen het u graag voor!
Kijk hier voor meer actueel nieuws!